Steeds vaker probeert het Openbaar Ministerie wederrechtelijk verkregen vermogen, de winst die behaald is met het plegen van strafbare feiten, terug te halen bij een verdachte of een veroordeelde. Het terugvorderen van criminele winsten kan via een aparte procedure gebeuren, de zogeheten ontnemingsprocedure. Maar ook kan in de strafzaak zelf door de officier van justitie verzocht worden tot veroordeling van een verdachte tot betaling aan een bedrag dat gelijk is aan de winst die behaald is door het plegen van bepaalde misdrijven.

Het Openbaar Ministerie laat in zaken waarbij vermoed wordt dat veel geld is verdiend, door de politie of door het BOOM (Bureau Ontneming Openbaar Ministerie) onderzoek doen naar de winst die behaald is en laat een rapport opstellen. Dit rapport zal de basis vormen van de ontnemingsprocedure. In de wat grotere onderzoeken wordt een strafrechtelijk financieel onderzoek, een zogeheten s.f.o. gestart. 

In hennep-gerelateerde zaken is het van belang om kennis te hebben van de wijze van berekenen. Vaak wordt een berekening in hennepzaken gebaseerd op het daarvoor opgestelde rapport van het BOOM. 

Het is verder raadzaam om steeds te beoordelen of een schikking in het belang is van de cliënt. Een schikking kan onder omstandigheden. 

De oplegging van een ontnemingsmaatregel kan grote gevolgen hebben. Dit betekent een betalingsverplichting, waarbij het CJIB het opgelegde ontnemingsbedrag zal incasseren. Wordt de betalingsverplichting niet nageleefd, dan loopt de veroordeelde  het risico tot het moeten onder gaan van lijfsdwang voor de duur van maximaal 3 jaren. Wel kan bij het CJIB een verzoek tot  het treffen van een betalingsregeling worden ingediend.

Nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden kan in bepaalde gevallen namens de veroordeelde een verzoek  worden ingediend tot vermindering of kwijtschelding van het opgelegde ontnemingsbedrag.